Varen met de kanovereniging Westerwolde

Reglement veiligheid

Onze kanovereniging heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. 

Bij Kanovereniging Westerwolde zijn de volgende veiligheidseisen van kracht met betrekking tot alle door haar of onder haar verantwoordelijkheid georganiseerde activiteiten op het water.

Kleding afhankelijk van watertemperatuur

Watertemperatuur   Maatregel
< 5 °C  

Neopreen lang 3-4 mm (longjohn of apart broek met shirt met korte mouwen en thermoshirt) en eventueel anorak. Of een droogpak

Uitzondering mogelijk bij wateren, waar je direct aan de kant kan komen, zoals de Ruiten Aa. Dan wel verplicht sneldrogende kleding aan (zoals hardloopkleding) en verplicht droge kleding mee voor het geval je omgaat. 

Echter neopreen blijft ook dan sterk aanbevolen.

< 10 °C  

Neopreen kort 2-3 mm (korte neopreenbroek met dun kort neopreen shirt of thermoshirt met anorak)

(zie hierboven de uitzondering)

Ongeacht watertemperatuur   Altijd zwemvest  (tenzij heel ondiep water en extreem warm weer)

Tocht(on)mogelijkheden afhankelijk van de weers/windverwachting

Bepaalde weersomstandigheden kunnen een aanzienlijk risico met zich meebrengen met een ernstige bedreiging voor het leven.

Wij hanteren daarom het volgende

 

Weersomstandigheid                     Maatregel

 

Windkracht > 3 bft                           Tocht met beginnende kanovaarders gaat niet door.

                                                           

Windkracht > 4 bft                           Tocht gaat niet door voor de kanovaarders waarvan de tochtleider denkt dat ze het
                                                                           niet aankunnen.

                                                       

Windkracht > 5 bft                           Tochten alleen voor ervaren kanovaarders.

 

Windkracht > 6 bft                            Niet varen op groot water/zee

 

Windkracht > 7 bft                           Niet varen

 

Onweersdreiging                              Niet varen op groot water/zee

 

Onweer                                                     Niet varen

 

Voor varen op groot water/zee zie vaarreglement groot water-zee. 

 

Eisen waaraan je als kajakker moet voldoen

Eisen die we stellen aan de persoon/kanoër om veiligheid voor de individuele kanoër maar ook voor de groep te kunnen waarborgen.

De kanoër:

*   moet kunnen zwemmen.

*   geeft aan tochtleider/trainer door als hij/zij lichamelijke klachten heeft die kunnen leiden tot een risicovolle situatie.

*   moet beschikken over een conditie die bij de tocht/activiteit past. De kanoër schat zelf in of hij/zij een tocht aan kan. Echter
     als de tochtleider/trainer de persoon goed kent en het niet veilig acht dat die persoon mee gaat, is het oordeel van de
     tochtleider/trainer leidend. (zie ook hierboven).

*   moet elk jaar in elk geval in april meedoen aan de reddingsoefeningen of in elk geval omslaan met spatzeil (gecontroleerd en 
     onverwacht), zodat je weet wat je moet doen mocht je onverwacht in koud water omgaan.
     Degenen die dit niet willen mogen niet met spatzeil varen tot ze eventueel later in het jaar alsnog de reddingsoefeningen
     hebben gedaan. 

Groepsgedrag tijdens een tocht

Tijdens een tocht is er een tochtleider. Die zet de tocht uit, zorgt voor de tochtplanning en leidt de tocht. De tochtplanner controleert of een ieder zijn/haar uitrusting compleet heeft (zie ook bijv kledingvoorschriften bij watertemperatuur en dragen van zwemvest). Is de uitrusting niet compleet dan ga je niet mee. (zie uitrusting).

De tochtleider stelt in overleg een voorvaarder en achtervaarder aan.

Tijdens de tocht letten we op elkaar!  We varen pas weg als iedereen ingestapt is en de tochtleider aangeeft dat we weg kunnen.

Kijk tijdens het varen geregeld achterom. In principe moet de voorvaarder contact houden met de achtervaarder.

Als er een gat valt, dan wacht je. Lijkt een kanovaarder het tempo niet bij te kunnen houden, laat die dan voor varen en het tempo bepalen.

Geef aan als je een (drijf)pauze nodig hebt.

De achtervaarder heeft vaak het beste overzicht en dient aan te geven dat er zaken niet goed gaan.

Wees niet te stoer, als het niet goed met je gaat, geef het door!

Bij een sleep vaart de groep in formatie. Er vaart iemand bij de sleper (of tussen de sleper en gesleepte in) , een ander vaart bij de gesleepte (en communiceert met degene die bij de sleper vaart) en er vaart iemand achter de sleep die het gehele overzicht heeft. Dit alles natuurlijk indien er zoveel personen zijn.

 

Op groot water varen we met minimaal 3 personen.

Kleding/schoenen

In de kano draag je altijd schoenen. Je weet niet wat er op de bodem ligt, mocht je onverhoopt uit moeten stappen.

Draag geen laarzen of zware schoenen.

Kleding:

Neopreen zie watertemperatuur.

Draag bij voorkeur geen kleding die veel water opnemen. Geen spijkerbroek of dikke truien. Beter is dunne laagjes van sneldrogende stof. Bij regen kan je een anorak dragen.

Tijdens de theorielessen in de winter wordt uitgebreid aandacht besteed aan de diverse soorten kleding.

Zorg dat je tijdens een tocht altijd een extra set droge kanokleding in je kano hebt. Deze bewaar je in een waterdichte zak en/of in een waterdicht compartiment. Heb je deze zelf niet, vraag dan een kanomaatje of hij/zij het in de kano mee wil nemen.

Zwemvest:  in principe altijd, met uitzondering als het water warm en ondiep is.

Kano-uitrusting

Basisuitrusting 

  • Een tochtplan; waar en wanneer vertrek je, waar ga je heen, wanneer en hoe laat eindig je. Laat dit plan bij je vereniging, familie of een bekende achter.  Via app KNRM HELPT kan je ook een vaarplan  aanzetten of alleen volgen. Dan weet de KNRM waar je bent, Bij een vaarplan geef je een eindtijd op en kan je thuisblijvers informeren.
  • Waterkaart (watervast) of gps waar je de route in hebt staan (Nb reserve batterijen).
  • Geschikte, complete, kajak met drijfvermogen. 
  • Bij grootwatertocht: zeekajak met deklijnen, elastieken en kompas. 
  • Geschikte peddel / reservepeddel (in elk geval 1 in de groep). 
  • Spatzeil. 
  • Geschikte kleding afhankelijk van (water) temperatuur. Wetsuit indien nodig.
  • Zwemvest. 
  • Surf- of andere waterschoenen. 
  • Anorak, of regenjack (in elk geval meenemen). 
  • Voldoende eten.
  • Drinken. (in thermosfles iets warms in de winter, iets koels in de zomer). 
  • Lekkers en energierijk ook in je zwemvest. 
  • Ducktape. 
  • Reserve kleren in een waterdichte zak voor in de kajak.
  • Muts of pet. 
  • Eventueel handschoenen of moffen. 
  • Handdoek voor eindpunt. 
  • Handdoek voor onderweg. 
  • Kleren en schoenen op het eindpunt. 
  • Geld. 
    Aanbevolen: 
  • Bevestiging voor je eventuele bril. 
  • (Waterdicht horloge). 
  • EHBO set (in elk geval 1 per groep).
  • Oranje overlevingszak, thermodeken (in elk geval 1 per groep en op groot water/ zee allen) .
  • Mobiele telefoon (in waterdicht tasje op je dek of in je zwemvest).
  • Mes (op zwemvest). 

     

Optioneel in elk geval bij grootwater/zeetochten.

 

Hydrografische kaarten, getijdentabel en stroomatlas

Sleeplijn.

Werplijnen (bij wildwatervaren)

Lichtpatronen (vuurpijlen en handstakellichten/rooksignalen) 

Kompas.

Noodrantsoen.

Zaklampje en flitslamp op je zwemvest.

Pomp.

Spiegeltje.

Plotter.

Marifoon

GPS

Onderkoelingsset: oranje zak, lifeblankets, neopreencap.

Reserve peddel

 

Vervoer van de kano's en personen

Kano's moeten tijdens het transport goed op de auto of de botenwagen zijn bevestigd. Verlies van een kano betekent schade aan de boot en mogelijk de oorzaak van een ernstig ongeluk. Bij transport op een auto moeten deugdelijke lastdragers zijn gemonteerd, die passen bij de auto. Voor het bevestigen worden sjorbanden gebruikt. Denk erom dat de bevestiging zodanig is dat er niet door het verschuiven van de banden ruimte kan ontstaan. De chauffeur controleert voor vertrek of alles goed is bevestigd en in het geval de botenwagen wordt gebruikt, of deze goed is bevestigd en of de verlichting naar behoren werkt. Raadpleeg in geval van twijfel de betrokken instructeur, trainer of tochtleider.

Als je bij een verenigingsactiviteit leden vervoert, dien je ten behoeve van jou passagiers een inzittendenverzekering te hebben. Als je de botenwagen trekt, dien je ervoor te zorgen dat de verzekering van je auto ook de aanhangwagen dekt. Op de groene kaart is dit herkenbaar met de code 'AF'.

 

Berekenen reiskosten

Aantal km x 0,09 euro per persoon

 

Vergoeding chauffeurs:

Bij 2 auto’s: auto met trailer 3/5de , auto zonder trailer: 2/5de

Bij 3 auto’s : auto met trailer 4/10de auto’s zonder trailer 3/10de 

Mochten er meer auto's meegaan dan wordt de berekening aangepast.

 

Precieze berekening afhankelijk van opgave aantal deelnemers.

 

De tochtleider zorgt dat het geld geïnd wordt en uitbetaald wordt aan de chauffeurs.

 

Dat kan contant of met een tikkie of laten overmaken.

 

Vaarregels

Op het water, in sloten, vaarten en kanalen, altijd rechts (= stuurboord wal) houden.

Op groot water zoveel mogelijk buiten de eventuele vaargeulen blijven.
Houd rekening met andere watersporters, laat tijdig en duidelijk zien wat je van plan bent en geef zoveel mogelijk voorrang.
Laat vissers, fuiken, visnetten e.d. met rust en passeer ze op ruime afstand.
Als je gaat kanovaren moet je kunnen zwemmen, een zwemvest is verplicht, tenzij vooraf anders is afgesproken.
Ga liever niet alleen varen en meld thuis waar je gaat varen.
Op groter water, zeker bij lagere temperaturen, zoveel mogelijk binnen zwembereik van de oever blijven.
Blijf op veilige afstand van stuwen en waterinlaten.
In de winter wordt theorieles gegeven over de vaarregels die in Nederland gelden
Ten aanzien van sluizen:
Bij veel sluizen kan er ook overgedragen worden.
Bij zelfbediening het water beheerst laten binnenstromen.
Indien een sluiswachter aanwezig is, via de marifoon je aanmelden en aangeven met hoeveel kanovaarders je bent.
Volg de aanwijzingen van de sluiswachter op. (hij geeft aan wanneer je naar binnen mag varen, of je voor of achteraan in de sluis je moet vasthouden en wanneer je eruit mag varen)
Houdt de kant en elkaar goed vast (vooral bij omhoog schutten heb je last van kolkend water)
Bij het uitvaren van de sluis, zorg je dat je zo snel mogelijk buiten de vaargeul (aan stuurboordzijde) komt.

Gedrag in de natuur

Gedraag je als gast en bewaar de rust.
Ga alleen het land op bij daarvoor bestemde en aangegeven plaatsen.
Verstoor de vogels en hun nesten niet.
Pluk of vernietig geen planten op de oevers of in het water. Vele zijn beschermde soorten.
Vaar niet in rietkragen.
Laat vee met rust en voer de dieren niet.
Vanzelfsprekend neemt je, je eigen afval mee en deponeert dat in de daarvoor bestemde bakken.
Laat muskusratten vallen met rust.