Vaarreglement groot water - zee

Deelnemers

Materiaal (zie ook pagina varen met de KWV)

Verplicht:

  • Zeekano voorzien van:  toggles en grijplijnen en waterdichte compartimenten.
  • Geschikte kleding : droogpak, lang of kort neopreen kleding (long John) ( afhankelijk van de weersomstandigheden en de watertemperatuur), , waterdichte anorak, neopreenschoenen.
  • Bij heel warm weer en watertemperatuur > 20 graden mag ook sneldrogende sportkleding.
  • Droge reserve kleding in de boot.
  • Zwemvest met voldoende drijfvermogen (en bij voorkeur met opbergzakken).
  • Petje, muts of hoedje.
  • Goed afsluitend spatzeil.
  • Drinken binnen handbereik en warm drinken in de boot voor in de pauze.
  • Eten in de boot en noodeten (mueslireep oid) in je zwemvest of in elk geval binnen handbereik|
  • Geld

Aan te raden: 

  • Zonnebrand
  • Reserve peddel

 

Grootwater/zeekanogroep verplichte vaardigheden

afhankelijk van je niveau:

 

Wat is groot water?

grote watervlakten waarbij je niet direct aan de kant kan komen zoals meren en rivieren of kanalen met scheepvaart met golfslag

 

Niveau 1:

Groot water 1-2 bft

Zee: niet

Iedereen die minimaal 20 km kan kajakken.
Heeft de introductiecursus gedaan, heeft 1 seizoen gevaren (techniektraining en/of tochten).

Beheerst de volgende technieken:

 

Niveau 2 = zeekano A

Groot water 3-4 bft

Zee: 1-2 bft

Minimaal 25 km kunnen varen op vlak water en je kano op koers kunnen houden tijdens een toertocht met windkracht 3-4 bft.

Minimaal 3 uur onafgebroken kajakken met drijfpauze.

Minimaal 1 jaar meegedaan met de techniektrainingen en tijdens tochten laten zien dat je de volgende technieken beheerst. 

  • kajak tillen, dragen en te water laten;
  • zelfstandig in- en uitstappen (lage kant en hoge kant)
  • voorwaarts varen; op koers blijven met en zonder skeg dmv oa opkanten.
  • achterwaarts varen;
  • stoppen voor- en achterwaarts;
  • boogslag R/L voorwaarts met opkanten;
  • boogslag R/L achterwaarts met opkanten;
  • sturen door middel van opkanten;
  • lage steun met opkanten;
  • dynamische lage steun;
  • lage steun draai;
  • zijwaarts verplaatsen met trek- of wrikslag met opkanten;
  • achterstevenroer met opkanten;
  • dufec met opkanten;
  • reddingsoefeningen actief en  passief beheersen (redden en gered kunnen worden) : Puntredding, H- redding, kiwi of hielhaakredding. Deze elk jaar minimaal 2 x geoefend.(1x in begin van het seizoen met koud water)
  • actief groepsgedrag (zie website)
  • EHBO basis weten wat je moet doen bij onderkoeling, verwonding.
  • basiskennis vaarregels. (advies volgen theorielessen)
  • grootwater kano uitrusting hebben. 

https://www.kanoverenigingwesterwolde.nl/statuten-reglementen-en-andere-afspraken/varen-met-de-kvw-veiligheid-kano-uitrusting-vaarregels-en-gedrag/

Vaardigheden laten zien op het Oldambt bij windkracht 4 bft. 

 


Niveau 3 = zeekano B

Groot water >4 bft

Zee 3-4 bft met max windstoten 5. 

Minimaal 35 km kunnen varen op vlak water en je kano op koers kunnen houden tijdens een toertocht met windkracht >4 bft

Minimaal 3 uur onafgebroken kajakken met drijfpauze.

Minimaal 1 jaar zeekano A ervaring en tijdens tochten laten zien dat je de volgende technieken beheerst.

  • kajak tillen, dragen en te water laten;
  • zelfstandig in- en uitstappen (lage kant en hoge kant)
  • voorwaarts varen; op koers blijven met en zonder skeg dmv oa opkanten.
  • achterwaarts varen;
  • stoppen voor- en achterwaarts;
  • boogslag R/L voorwaarts met opkanten;
  • boogslag R/L achterwaarts met opkanten;
  • sturen door middel van opkanten;
  • lage steun met opkanten;
  • dynamische lage steun;
  • lage steun draai;
  • zijwaarts verplaatsen met trek- of wrikslag met opkanten;
  • achterstevenroer met opkanten;
  • dufec met opkanten;
  • reddingsoefeningen actief en passief beheersen (kunnen redden en gered kunnen worden) : Puntredding, H- redding, kiwi of hielhaakredding. Deze elk jaar minimaal 2 x geoefend. (1x in begin van het seizoen met koud water)
  • zelfredding
  • actief groepsgedrag (zie website)
  • 100 m kunnen slepen (diverse manieren beheersen)
  • EHBO basis weten wat je moet doen bij onderkoeling, verwonding.
  • kennis van de vaarregels (theorielessen verplicht)
  • grootwater kano uitrusting hebben. 

 https://www.kanoverenigingwesterwolde.nl/statuten-reglementen-en-andere-afspraken/varen-met-de-kvw-veiligheid-kano-uitrusting-vaarregels-en-gedrag/

Vaardigheden laten zien op het Lauwersmeer bij windkracht 5 bft.

 

Tochtleider en hulptochtleider

Materiaal

Verplicht:       

  • Kompas (bij voorkeur ook stuurkompas) bij voorkeur GPS.
  • Recente zeekaart
  • Vaarplan             
  • Sleeplijn
  • Reserve peddel
  • EHBO
  • Noodsignaal
  • Mobieltelefoon / marifoon met verplicht certificaat
  • Reparatie setje 
  • Reserve peddel

Vaardigheid

Verplicht:       

  • Men is in staat een groep aan te sturen
  • Men is in staat een redding te begeleiden en een “all-in” redding uit te voeren.
  • Er is ruim voldoende zee-kano ervaring.

Aan te raden:

  • Cursus navigeren (en aanvullende Zeekano training);
  •  Marifoon certificaat (er moet minimaal 1 persoon mee zijn met dit certificaat)

Tocht organisatie

 

Weersomstandigheden:

 

Zie de indeling per niveau.

Bij mist en onweers-verwachting wordt niet uitgevaren

 

Welke tochten mag je varen op zee?

Niveau 2 = zeekano A

Max 25 km op zee varen.

Mogelijke tochten bij 1-2 bft:

  • Lauwersoog- Engelmanplaat
  • Lauwersoog - Schiermonnikoog
  • Holwerd- Oostpunt Ameland
  • Holwerd- Nes (Ameland)
  • Holwerd - Engelsmanplaat
  • Delfzijl - rondje Hondpaap

Onderstaande tochten in later stadium als je tijdens een toertocht minimaal 15 km zonder pauze, waarbij je de boot uit moet, kan varen:

  • Ditzum - Termunterzijl enkele reis
  • Nieuw Statenzijl - Termunterzijl enkele reis
  • Termunterzijl - Nieuw Statenzijl enkele reis 

Niveau 3 = zeekano B

Alle A tochten tot max 4 bft (met max windstoten 5 bft)

Mogelijke tochten met max 3 bft:

  • Lauwersoog - rondje Rif
  • Termunterzijl - Ditzum vv
  • Nieuw Statenzijl - Termunterzijl vv
  • Eemshaven - Borkum vv

Bij alle tochten geldt dat de grootwater/zeecommissie en/of de tochtleider beslist wie al dan niet deel kan nemen

Wees zelf ook reëel, overschat eigen kunnen niet. Dit kan ook afhankelijk zijn van hoe je je op dat moment voelt.

De tochtleider is verantwoordelijk voor de tocht en beslist over al dan niet varen of het varen van een alternatieve tocht.

De tochtleider en hulptochtleider zijn op de hoogte van noodzakelijke informatie van de deelnemers die voor de tocht van belang is (b.v. medische achtergrond).

Deelname aan de tocht is op eigen risico. 

 

Organisatie vooraf:

De tochtleider regelt de inschrijving en goede informatie over de te varen tocht (duur, afstand, belasting, etc.) zodat deelnemers een goede inschatting kunnen maken. 

De deelnemers regelen zelf hun materiaal.

Afmelden voor de tocht gebeurd bij de tochtleider.

De tochtleider verspreidt het vaarplan en het evt. noodzakelijke kaartmateriaal onder alle deelnemers.

Als men niet op tijd aanwezig is wordt (vanwege het tij) niet gewacht.

Voor afvaart vindt een materiaalcheck plaats. Als het materiaal niet op orde is kan men niet mee.

Voor afvaart worden alle deelnemers op de hoogte gebracht van de laatste noodzakelijke informatie (weerbericht, etc.).

De tocht wordt aangemeld bij kustwacht.

 

Organisatie tijdens het varen:

De tochtleider heeft de leiding en vaart min of meer achterin om het overzicht te houden

Tevens kiest de tochtleider, indien de groep groot genoeg is, twee achtervaarders die elkaars buddy vormen en 1 voorvaarder.

De groep blijft bij elkaar (let op (weersafhankelijk) de juiste geschikte bootafstand). 

De tweede vaarleider fungeert als een soort vliegende keep in nauwe samenwerking met de eerste tochtleider.

De vaarders volgen de aanwijzingen van de tochtleider op.

Gaan er beginnende zeekajakkers mee, dan zijn er minimaal evenveel gevorderde vaarders tijdens de tocht aanwezig als beginnende vaarder..... Mochten er meer beginnende vaarders zich aangemeld hebben, dan wordt er geloot wie mee kan.

De tocht wordt altijd met te noemen aantal kajakkers, aan en afgemeld bij de kustwacht

De vaarders houden rekening met de natuur, wat men meeneemt op de tocht gaat mee terug naar huis. Afval wordt meegenomen en gedeponeerd op daarvoor bestemde plekken.

 

Na de tocht:

Er wordt geëvalueerd hoe de tocht verliep.

Er wordt op toe gezien dat (verenigings)materiaal netjes en volledig ontdaan van zout wordt opgeborgen (denk ook aan spatzeil, zwemvest et cetera en binnenzijde van de boot).